monoloog
(pag 1)
(‘s Ochtends. Edward in pak, kijkt uit het raam)
Die vrouw staat nog steeds voor het stoplicht.
Het is allang groen geweest.
U wacht, mevrouw?
Het licht staat op groen en u wacht?
Waar wacht u op?
Wacht u ergens op?
Verwacht u iets?
Wat verwacht u nou, mevrouw?
U kunt net zo goed gaan fietsen, net als de anderen.
U hoeft alleen maar uw voeten op de trappers te zetten.
Wat?
Een raar gevoel?
Hoezo?
U bent de enige, ziet u dat?
Iedereen is allang vertrokken.
Hebt u ergens pijn?
Dorst?
Kan ik u ergens mee helpen?
Steeds verder voorover.
Ze wankelt op haar benen.
De zonnebril glijdt van d’r neus
en klettert op de grond.
Langzaam wordt ze slapper.
Ze verliest haar grip.
Het lichaam zakt ineen.
Langzaam, langzaam, tot het de grond raakt.
Je slaapt. Het is slapen.
Een hele diepe slaap.
Met de fiets over je heen.
Ha, koffie.
kopjes nog…
Een mens maakt iets mee.
Hm?
Heb ik wel eens wat meegemaakt?
Zoals andere mensen dat doen?
Ja, jaja zeker.
Ik ben ooit getrouwd
Vogels zijn op hun mooist als ze een partner zoeken
Wat kan het ze anders schelen?
Datgene wat wij ondergaan wanneer we verliefd zijn
is misschien wel onze normale toestand
Het doet de mens inzien hoe hij eigenlijk behoort te zijn
(…)
(pag 26)
Die televisie
Het is om je mateloos aan te ergeren
alleen maar sneeuwbeeld
Het meest van de tijd heb ik sneeuwbeeld
Alleen gisteren niet
Gisteren kon ik kijken
De hele avond lang
Een reportage over dolfijnen
Gisteren heb ik de hele avond televisie gekeken
Ergens in Amerika
was een bad
met die beesten daarin
Ze hadden niets
niets om zich heen
Alleen de kant waar ze op gleden
Het water en de kant
Iedereen van het publiek keek
hoe ze van het water
de kant op gleden
en hoe ze dan weer terugzakten
Ze zakten langzaam terug het water in
Vrijwillig lieten ze zich terugzakken
Ik ook
Ik keek ook
soms zag ik het met mijn ogen dicht
hoe de dolfijnen in het water terugzakten
Er was een man met een badbroek
Af en toe ging zijn hand de lucht in
Dan deden de dolfijnen dat ook
Die gingen ook de lucht in
Terwijl ze sprongen lachten ze
Ik moest ook lachen
Ik heb erg gelachen om die dolfijnen
die de lucht ingingen
en om die man met die badbroek
‘s Nachts droomde ik van die dolfijn
We zwommen rond in het bad
Ik zat op hem en hij zwom rondjes
Ik dacht aan de kant
maar hij stelde het uit en stelde het uit
en bleef rondjes zwemmen
met mij op zijn rug
En toen ik om me heen keek
begreep ik ineens waarom
Er was geen kant
Er was helemaal geen kant
Ik stond verbaasd
Dat hij dat wist
Dat die dolfijn dat wist
dat verbaasde me
Ben je nog niet weg?
Waar wacht je nog op?
Ik heb toch al gezegd dat ik vandaag geen tijd heb?
Ik ben me aan het voorbereiden op het vertrek
En op wat ik ga zeggen
Straks
Ik ga nog wat zeggen
Mensen verwachten dat
dat ik iets ga zeggen.
Oh, je bal
Wil je je bal terug?
(gooit hem onhandig terug)
Ik ben Edward
Ik vind het prettig om hier te zijn
Hier laat ik het voorlopig bij, dank u wel
(stilte)